Verruiming van regelgeving in de afgelopen jaren heeft gezorgd voor meer ruimte voor ondernemen. Deze ruimte betekent ook meer eigen verantwoordelijkheid voor de ondernemer. Ook al voldoet de ondernemer aan de regels, daarmee is niet automatisch sprake van een ‘brandveilig gebouw’. De regels gaan tegenwoordig vooral over veilig kunnen vluchten bij brand. De brandweer richt zich bovendien bij het bestrijden van brand vooral op het voorkomen van uitbreiding naar naastgelegen compartimenten of gebouwen. In veel gevallen is het volledig afbranden van het bedrijfsgebouw dan ook een ‘voorspelbare afloop’ van brand. Dit risico wordt veelal onderschat door ondernemingen. Al jaren zien we een stijging van miljoenenbranden. In sommige sectoren worden de risico’s zo groot dat het ook steeds moeilijker wordt om hier tegen te verzekeren. Bovendien komen veel bedrijven een grote brand niet te boven, ook als de verzekeraar de verzekerde schade tijdig heeft uitgekeerd. Goed risicomanagement is daarom van wezenlijk belang.

De meeste ondernemers staan er niet bij stil dat een brand echt het einde van hun bedrijf is.

Een brand raakt het bedrijf in de gehele bedrijfsvoering
Het is belangrijk dat ondernemers zich bewust zijn van de risico’s die zij lopen. Een brand kan op verschillende manieren enorme impact hebben op het bedrijf. Brand is extreem gevaarlijk voor aanwezige personen. Dit kunnen werknemers, klanten of andere aanwezigen zijn. Niet alleen de brand zelf, ook rook, giftige dampen en paniek zorgen voor slachtoffers. Ten tweede veroorzaakt brand schade aan het gebouw, de standaard aanwezige inventaris én de op dat moment opgeslagen of gestalde goederen. Brand kan ook grote gevolgen hebben voor de omgeving en het milieu. Denk aan lekkende stoffen, giftige dampen en asbest. Vaak is de ondernemer hiervoor aansprakelijk. Ten slotte zorgt een brand voor bedrijfsonderbreking. Stilliggende productie betekent omzetverlies, terwijl lasten wel doorlopen. Bovendien wordt een bedrijf vaak geconfronteerd met contractuele boetes door leveringsproblemen of het wegblijven van bestaande klanten. De concurrentie wacht immers niet tot alles weer is hersteld. Er zijn dan ook veel voorbeelden waar het bedrijf na een brand alsnog failliet ging, nadat de materiële schade is uitgekeerd.

De brandweer adviseert over veiligheid van personen en omgeving
Regelmatig klinkt het ‘maar de brandweer heeft het goedgekeurd’. De Brandweer controleert inderdaad op brandveiligheid. Hierbij wordt hoofdzakelijk gelet op het meest waardevolle van een onderneming: de veiligheid van personen. De Bouwregelgeving is hierbij leidend. De brandweer kijkt naast vluchtwegen naar brandvoorkomende en brandvertragende maatregelen, maar het is niet haar taak om een oordeel te vormen over de mogelijke schade aan het gebouw, inventaris, opslag, aansprakelijkheid én de bedrijfscontinuïteit.

Denk bij preventie niet aan alleen de kans op brand, maar ook aan de mogelijke afloop. Is dat een aanvaardbare situatie?

In principe kan de brandweer een brandende bedrijfsruimte niet meer redden. Als er toch brand uit breekt, zal de brandweer er alles aan doen om slachtoffers (zowel personen in en om het pand, als brandweermensen zelf) te voorkomen en schade te beperken. De brandweer richt zich bij dat laatste vooral op de omgeving van de brandende ruimte. Dat kunnen naastgelegen gebouwen zijn of bij een gebouw met brandcompartimenten de naastgelegen compartimenten. Bij bedrijfsgebouwen is het uitgangspunt dat de brandende ruimte zelf als verloren wordt beschouwd. En dat kan dus het hele gebouw zijn. Als dat een onaanvaardbare afloop van brand is, dan is het aan de ondernemer om hiertegen preventieve maatregelen te treffen. Je zou kunnen zeggen: een gebouw moet zichzelf bij brand kunnen redden. Ten onrechte wordt vaak van de brandweer verwacht dat zij het gebouw kan redden. De brandweer heeft wel veel verstand van brand. Zij kunnen een inschatting maken van de waarschijnlijke afloop van brand in een bedrijfsgebouw. Op basis van deze inschatting kan de ondernemer zelf keuzes maken en preventieve maatregelen treffen. Dit is de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer.

De verzekeraar adviseert over bedrijfscontinuïteit
Verzekeren is een onderdeel van een goed risicomanagement. De verzekeraars bieden producten aan om het, voor de ondernemer niet te dragen risico, op te vangen en baseren hun premies op de schadelast. Beter risicobewustzijn, betekent daarom naast veiligheid ook gunstigere premies en andere voorwaarden. Een risicodeskundige van de verzekeraar zal daarom graag meedenken om de risico’s op brand en mogelijke andere schade-oorzaken te beperken. Voor de overgebleven risico’s koopt de ondernemer, aan de hand van zijn risicobereidheid en eigen voorzieningen, verzekeringen in. Denk hierbij niet alleen aan de opstal en de inventaris, maar ook aan aansprakelijkheid en bedrijfsonderbreking. De tussenpersoon zal hierbij helpen. De tussenpersoon zal de ondernemer adviseren over de financiële risico’s en de bijbehorende verzekeringsoplossingen.

Een goede ondernemer doet aan risicomanagement
Met de verruimde regelgeving is vooral de ondernemer zélf aan zet om een brand te voorkomen en de bedrijfsschade te beperken. Brandweer en verzekeraars zijn van mening dat dit gegeven extra aandacht verdient. Ondernemers, van MKB tot industrieel, kunnen gelukkig zelf heel veel doen aan preventie om een brand te voorkomen, maar ook om de impact van een mogelijke brand te beperken. Dit houdt meer in dan de goedkeuring door de brandweer of verzekeraar.

! Veranker risicomanagement in het bedrijf: De eerste stap van goed risicomanagement is dat de ondernemer weet welke risico’s hij loopt en of hij bereid en in staat is om deze risico’s te dragen. De ondernemer kan dit samen met een risicodeskundige en adviseur bepalen. Denk niet alleen aan de kans op brand, maar ook aan de mogelijke afloop. Is dat een aanvaardbare situatie? Maak van risicomanagement een vast agendapunt op het werkoverleg en maak in het bedrijf iemand daarvoor verantwoordelijk.

! Ken de oorzaken van brand in uw bedrijfsgroep: In zeker één op de tien bedrijfsbranden is de oorzaak onachtzaamheid bij brandgevaarlijke werkzaamheden. Ook brandstichting en slecht aangelegde, beschadigde of onjuist gebruikte elektrische installatie zijn veel voorkomende oorzaken van brand. Meer informatie over brandoorzaken per bedrijfsgroep én wat u er aan kunt doen, vindt u op de website www.checklistbrand.nl. Deze is opgesteld door het Verbond van Verzekeraars, in samenwerking met Brandweer Nederland, VNO/NCW en MKB-Nederland.

! Zorg voor duidelijke afspraken: Voor bedrijven is het van belang om niet alleen technisch de zaken op orde te hebben, maar vooral ook veiligheidsprocessen goed te hebben ingericht. Zorg voor duidelijke afspraken over orde en netheid in uw bedrijf en biedt voldoende handelingsperspectief. Het vermijden van onveilige situaties, interne controles, vroegtijdige signalering, continue bereikbaarheid in geval van een incident zijn daarbij cruciaal.

! Geef de brandweer tijdwinst: Om de schade bij een brand zoveel mogelijk te beperken, is het van belang dat de brandweer tijdwinst krijgt. Ten eerste moet de brand zoveel mogelijk worden vertraagd. Alleen dan heeft actie van de brandweer nog kans van slagen. Denk aan voldoende compartimenten en onbrandbare isolatie. Dit laatste valt niet altijd onder de bouwregelgeving, maar kan heel veel effect hebben. Een brandmeldinstallatie kan de reactietijd versnellen, net als een goed toegankelijke bluswatervoorziening zoals een brandput. Een sprinkler of automatische blusinstallatie werkt al voordat de brandweer aanwezig is. Het treffen van maatregelen bij de (ver)bouw is het meest kosteneffectief. Het later aanbrengen van voorzieningen is relatief altijd duurder.

Voor meer informatie kunt u terecht op www.vrubrandweer.nl of contact opnemen met VRU brandweer via tel. 088 – 878 1000 of e-mail: stimulerende_preventie@vru.nl.